Mooie column in het AD over de Baard van Pirlo (Juventus). Bij voetballers staat uiterlijk op een goede 2e plaats na voetbal. Steeds meer voetballers zie je met een baard over het veld rennen.
Reden voor een column in het AD dat Pirlo de gouden bal verdient door zijn baard.
Ik zal wel weer ontzettend achterlopen, maar het lijkt nog niet eens zo heel lang geleden dat lichaamsbeharing nogal uít was en kaal juist in. Dat dames hun washand op z’n minst dienden bij te punten tot een modelletje ‘Brazilian’ en dat ook mannen het scheermes fanatiek langs oksels, benen en ballen haalden.
Back, sack, crack, zoals de Engelsen zeggen. Met een welig tierende baard wilde je sinds de late jaren zeventig niet dood gevonden worden en alhoewel Mark van Bommel in zijn tijd bij Fortuna Sittard nog wel een tijdje heeft geprobeerd om op Ian Rush te lijken, kon een Jan Wouters-snor na het EK van 1988 eigenlijk écht niet meer. Zelfs Guus Hiddink schoor diens beroemde kokosmat ten langen leste af, waarmee de bromsnor zo goed als uit het Nederlandse straatbeeld verdween en de snor bijna een soort dodo werd.
Misschien moest ik daarom nogal wennen aan al die mannen die in het kader van ‘Movember’ plots vlassige snorren lieten staan. Vooropgesteld: ik ben niet principieel tégen snorren. Laat staan tegen ‘Opstaan tegen Kanker’. En als mannen op die manier aandacht willen vragen voor prostaatkanker: prima, vooral doen. Al pakken wij vrouwen dat anders aan, als het over borstkanker gaat. Dan schrijven we als status-update op Facebook een maand lang over de kleur van onze beha. Klaar ben je. En je voorkomt dat je een maand lang, hoe zal ik het zeggen, voor joker loopt? Want toen cabaretier Johan Fretz afgelopen zondag plots mét snor een Amsterdamse kroeg kwam binnengestapt, moest ik moeite doen hem niet voor de Amerikaanse pornoster Ron Jeremy aan te zien – om een andere reden beroemd vanwege zijn snor.
Aan de andere kant, Eric Clapton zong het al in 1974: ‘Let it grow, let it blossom, let it flow’. Dat moet Mart Smeets ook hebben gedacht, toen hij tijdens zijn laatste studiereis naar Amerika een baard besloot te laten staan. Ik zag #demart afgelopen woensdag als tafelgast zitten bij het EO-programma Moraalridders. En ik moet zeggen: de baard, een modelletje Nico Dijkshoorn, stond hem verdomde goed. Maar een baard waar zelfs Smeets en Dijkshoorn niet aan kunnen tippen – de enige echte überbaard van dit moment, de baard der baarden zeg maar – is dus níet de baard van Sinterklaas. Nee. Dat is de Romeinse baard die ik afgelopen weekend in de Serie A over het veld zag hollen, een baard boven baard die Andrea Pirlo sinds de verloren EK-finale tegen Spanje op zijn kin en kaken liet staan.
Wat een magnifieke baard, wat een speler!
Met een scudetto op zak, het afgelopen EK indachtig en met Pirlo’s Panenka nog op het netvlies, vraag je je af waarom het de FIFA gisteren niet heeft behaagd om de Da Vinci van het moderne voetbal te selecteren voor de strijd om de Gouden Bal. En Ronaldo, Messi en Iniesta wel. Ook puike voetballers hoor, daar niet van. Maar Pirlo had de bal alleen al vanwege zijn hele oeuvre verdiend, vind ik.
En anders toch zeker voor de beste baard van 2012.
BRON AD