product

Opvallende verschillen tussen Ierse en Schotse whiskey

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel op Google+
Deel op LinkedIn
+

Denk je aan whiskey, dan denk je aan Ierland en Schotland. Het gros van de beste whiskey’s ter wereld komt uit deze landen, waar de traditie oud is en het wiel in feite uitgevonden is. Toch zorgt het relatief kleine stukje water die de landen scheidt voor voorname verschillen tussen Ierse en Schotse whiskey, die terugziet van het label tot in het glas. Het zorgt er dan ook voor dat sommigen een voorkeur hebben ontwikkeld voor whiskey uit het ene land, en anderen voor die uit het andere land. Over smaak valt immers niet te twisten. We zetten een paar opmerkelijke verschillen tussen Ierse en Schotse whiskey voor je op een rijtje.

Whiskey of whisky?

Laten we eerst de olifant in de kamer uit de weg helpen, en dat is een simpele spellingskwestie. We hebben het tot nu consequent over whiskey, maar de Ieren produceren whiskey en de Schotten whisky. Deze spelling geeft al een indicatie over de oorsprong van een whiskey (voor het gemak houden we deze spelling even aan om in de algemene zin over de drank te spreken). Het verschil in spelling is het gevolg van het feit dat de Schotten en de Ieren elk hun eigen Keltische taal met eigen regels hebben.

Groot verschil in aantal distilleerderijen

In Schotland vinden we maar liefst een kleine 130 distilleerderijen die whisky produceren. Daarom is er nog steeds een keur aan verschillende single malt whisky’s met ieder hun eigen karakter te verkrijgen. Hoewel er ook een redelijk ruim aanbod aan Ierse whiskey’s is, zijn er in Ierland nog maar drie distilleerderijen: Cooley, Bushmills en Midleton (de producent van de succesvolle Jameson whiskey). Dat was in 18e eeuw wel anders. Toen waren er maar liefst 1.200 distilleerderijen actief. Een groot deel daarvan was wel illegaal, en kreeg het aan de stok met de Ierse regering. In 1887 waren er door de tegenwerking nog maar 28 distilleerderijen over. Na de Ierse Onafhankelijkheidsoorlog, die in 1921 eindigde, werd er door de Britten een embargo geplaatst op Ierse producten. De Ieren mochten naar geen enkel land binnen het Britse rijk meer exporteren. Kort daarop volgde ook nog de Drooglegging in Amerika, waardoor ook die markt sloot. Dit alles heeft veel van de overgebleven distilleerderijen de kop gekost.

Mout en het destillatieproces 

Waar in Schotland het gebruik van gemoute gerst de standaard is, wordt in Ierland ongemoute gerst gebruikt. Dit vloeit voort uit een belasting op mout die de Ierse overheid in de 18e eeuw instelde, waarbij de gerstkorrel zelf niet belast werd. Om de belasting te omzeilen, ontwikkelden de Ieren een speciale distillatieketel. Deze noemt met een pot still. Omdat de suikers in ongemoute gerst moeilijk in alcohol om te zetten zijn, distilleren de Ieren de gerst drie keer, terwijl de Schotten hun gemoute gerst doorgaans slechts twee keer distilleren.

De turftraditie

Geturfde whisky komt doorgaans uit Schotland, waar het een ruim gebruikte traditie is om mout te laten drogen boven een met turf aangestoken vuur. Dit zorgt voor een nadrukkelijk aroma en een duidelijke turfsmaak in whisky’s als die van Laphroaig, Ardbeg en Ardmore. De hevigheid hiervan is afhankelijk van hoe lang de mout boven het turfvuur te drogen is gelegd. De Ieren geven minder om deze turftonen, en gebruiken deze techniek daarom weinig. Zij geven de voorkeur aan steenkool- of houtvuur. Toch bestaat er wel geturfde Ierse whiskey. Het is er maar één, maar hij is wel erg lekker: Connemara Single Malt Whiskey.

Het effect van andere distillatieketels

Zoals besproken ontwikkelden de Ieren de pot still voor hun distillatieproces. Deze ketels zijn groot en breed en relatief gezien niet zo hoog. Door de vorm en de ronde basis produceren pot stills zachtere whiskey met een wat rondere smaak. De Schotten gebruiken een grotere variëteit aan distillatieketels, met verschillende vormen en groottes. Dit is één van de redenen waarom er onder Schotse whisky’s een breder spectrum aan geuren, karakters en smaken te vinden is.

Wel en geen whiskyregio’s

De grotere variëteit aan distillatieketels en het grote aantal distilleerders geven, zoals eerder gezegd, de Schotse whisky een breder smaakpalet. Toch is het mogelijk gebleken om deze whisky’s in te delen op regio’s die gemeenschappelijke karakters in hun whisky’s hebben. Vaak is het mogelijk om als liefhebber whisky’s uit Lowlands, Highlands, Speyside, Campbelltown en Islay zo te herkennen. De regio Islands is wat eclectischer. In Ierland is geen sprake van whiskeyregio’s, temeer omdat er slechts drie distilleerderijen zijn.

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel op Google+
Deel op LinkedIn
+

You Might Also Like